Monday, June 26, 2006

man on the moon

If you believed they put a man on the moon man on the moon
If you believe there's nothing up his sleeve then nothing is cool

Vorig jaar rond deze tijd zat ik uitgeput in het vliegtuig van San Fransisco naar Amsterdam. Zalige liedjes hadden ze er, en op de tonen van Man on The Moon ben ik een paar keer net niet ingedommeld. Net niet. Want vliegen vind ik veel te interessant om het zomaar slapend voorbij te laten gaan.

Waarom? Onderweg zijn vind ik vaak leuker dan aankomen. Om niet te zeggen altijd.
Ik was de enige die het steevast jammer vond dat de bus van het CM-kamp al na 10 uur aankwam in Frankrijk. Hoe langer de reis duurde, hoe liever. Mijn vriendinnen snapten er niks van. Tijdens de examens moest mijn mama zelfs met mij gaan rondrijden in de auto. Ik werd er op één of andere manier helemaal rustig van. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Waar dat allemaal vandaan komt, geen idee. Wat ik wel weet is dat ik onderweg heerlijk 'niets' hoef te doen. Want een boek sla ik nooit open. Niet in de bus, niet in de trein, niet in het vliegtuig. Ik observeer, denk, droom, en onderweg zijn is daar een perfect alibi voor.

Tuesday, June 20, 2006

pijn

Geborgen is hoe ik me voelde
Nu is er alleen nog pijn

Friday, June 16, 2006

kom met je

Ik schreef dit gedicht voor mijn zusje, voor ze naar Noorwegen vertrok. Want God, wat ging ik haar missen. Eergisteren schalde plots Robbie Williams live door mijn gsm. Als we naar concerten gaan, laten we mekaar op die manier altijd even meegenieten. Ze zat dus in het Koning Boudewijnstadion en is terug. Van nooit weggeweest.
Gelukkig, want wat zijn het weer hectische tijden. Ik zit namelijk met de typische 'kwarteeuw' oftewel 25-year-old crisis: carrière, gezin, of nog eventjes de wereld in? Tja, en daar zit je dan: alle mogelijkheden open, mooier kan het niet, maar keuzes maken kan al evenmin. Ik kan het al evenmin. Aaaargh!

Kom met je

Zoals je met je handpalmen
Tien vingers stevig tegen mekaar geperst
Druppels water uit de kraan opvangt
In je zelfgemaakte kommetje
Je hand-gemaakte kommetje
Om ze nooit meer los te laten

Net zo probeer ik je te grijpen
Te begrijpen
Vast te pakken Vast te
Houden van was nooit zo moeilijk

Net zoals dat beetje water
Nog voor je er goed en wel erg in hebt
Als duizend kleine spinnetjes
Stilletjes wegkruipt tussen je vingers
Een zwart gapend gat achterlatend
Weg-loopt

Net zo ga jij je eigen pad
Natuurlijk
Waarom niet?
Maar God, wat ga ik je missen…

Tuesday, June 06, 2006

mezelf

Onvergetelijk zijn ze. De vijf dagen in de Ardennen. Gietende regen. Een tent en een te koude slaapzak. Gelukkig kreeg ik de volgende dag een lekker warm deken erbij. Een bos vol ongewone geluiden. Stromend water uit een dolle beek. Acht mensen, ver en toch heel dicht bij mekaar. Harmonisch. We hadden het later over een 'goede groepsdynamiek'. Maar eigenlijk was het gewoon fantastisch.

Zes Hollanders en twee Belgen. Allemaal wilden we wel wat dichter bij de natuur komen, ieder om zijn eigen reden. We maakten een waterdichte hut, waar Belg nummer twee een nachtje zijn bedje spreidde. We vonden drinkplaatsen van herten en everzwijnen, inclusief de haren die ze er achterlieten. We hoorden bij zonsondergang takjes kraken en dieren bewegen. We maakten vuur, een lepel, een bijl en gingen op zoek naar drinkbaar water. We maakten touw uit brandnetels, dronken soep en thee van verse kruiden, en aten wortels van een zekere Salomonszegel. Acht jaar oud was de plant. Ook dat zegt een wortel.

Vijf dagen niet douchen, want de beek was veel te koud. En dus vijf dagen geen haren wassen. Na een dag was ik het eigenlijk al helemaal vergeten. Dat mijn haar vettig zou worden. Dat ik eigenlijk niet van insecten hou. Dat ik moeilijk tegen de kou kan. Dat...Constant waren we buiten, in de gutsende regen. Op blote voeten soms. Want na een tijdje vergeet je de regen, en loop je in vossenpas door het bos.

Weinig mensen begrijpen wat ik er ben gaan doen. De bijl gaf ik aan mijn vriend, en het neteltouw (waar ik een armbandje van maakte) aan mijn zusje. En aan mezelf gaf ik mezelf weer terug. Dat was al even geleden.